050 - 3 123 123
De beste reisleiders laten u méér zien
De mooiste reisprogramma's
Veel tevreden reizigers
Al 40 jaar betrouwbaar

Het Praag van Alfons Mucha

Door reisleider Bart | 18-10-2020

Hoewel Alfons Mucha (1860-1939) door velen wordt gezien als de belangrijkste Tsjechische beeldend kunstenaar, was zijn verhouding met Praag, dé Tsjechische stad bij uitstek, nooit probleemloos. In 1881 probeerde de jonge Mucha toegelaten te worden tot de Academie der Schone Kunsten, maar werd afgewezen. Teleurgesteld zocht hij zijn geluk elders en hij vond het in Parijs. Daar werd hij beroemd door zijn poster ‘Gismonde’ voor de beroemde actrice Sarah Bernardt. Zijn stijl werd zo populair dat wat later de art nouveau werd genoemd een tijdlang ‘Le Style Mucha’ heette. In 1910 keerde Mucha naar Praag terug om zich er voorgoed te vestigen. Hij zal de stad die hij in 1881 verliet bijna niet teruggekend hebben.

De Tsjechische Emancipatie

Voor de Tsjechen stond het laatste kwart van de 19e eeuw in het teken van hun politieke en culturele emancipatie. Het land bevond zich in de houdgreep van Wenen, toen de hoofdstad van de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie. De Duitstalige minderheid maakte de dienst uit en de stijl waarin werd gebouwd, was meestal een kopie van de vele neostijlen waar het hof in Wenen zo dol op was. Toch waren er grote veranderingen op til. Wenen had Bohemen (de oude naam voor Tsjechië) uitgekozen als zwaartepunt van de industrialisering en veel Tsjechen trokken naar de stad om aan de steeds stijgende vraag naar arbeidskrachten te voldoen. Waar het voorheen bijna onmogelijk was om een politieke vuist te maken, omdat de Tsjechen verspreid op het platteland leefden, kon dat nu wel. Ze stelden zich steeds zelfbewuster op en toen in 1895 bijna alle volwassen mannen stemrecht kregen, sloeg de politieke balans van de Duitstalige bevolking om naar de Tsjechische bevolking. Er vormde zich een nieuwe Tsjechische elite en middenklasse, die op zoek was naar een manier om hun groeiende zelfvertrouwen te uiten. Niet alleen in woorden maar ook in steen, hout en papier.

Style Secese

De tijden dat men zich in Praag wat de kunsten betreft automatisch op Wenen richtte waren voorbij. Door het verschijnen van een aantal nieuwe tijdschriften, zoals ‘Moderní Revue’ en ‘Volné Smêry’, kwamen de Tsjechen in contact met de nieuwe trends in de internationale wereld van de kunst. In salons van Tsjechische zakenlieden en uitgevers vonden Tsjechische kunstenaars een podium voor hun op die internationale ontwikkelingen geïnspireerde werken. Daarnaast werden op een aantal grote tentoonstellingen met trots het kunnen van de eigen industrie, wetenschap en landbouw, en de verworvenheden van de Slavische cultuur en toegepaste kunst gepresenteerd. Dit was van wezenlijk belang voor het groeiende zelfvertrouwen van de Tsjechische bevolking: men leerde op de eigen smaak te vertrouwen. De ‘Style Secese’ (Tsjechisch voor Sezessionstijl) raakte steeds meer in zwang, mede omdat het hof in Wenen de stijl ‘Nicht amusant’ vond. Een gebouw in de nieuwe ‘Style Secese’ was dus niet alleen een artistiek, maar ook een politiek statement.

Stadsvernieuwing

In 1893 besloot de regering dat het oude Praag omgetoverd diende te worden in een moderne 19e-eeuwse stad. Twee van de oudste gedeelten, de Staré Mèsto en Josefov (het oude joodse getto) werden resoluut op de schop genomen om plaats te maken voor moderne, bij de nieuwe tijd horende woningen. Natuurlijk konden veel van de oorspronkelijke bewoners zich zulke nieuwe huizen niet veroorloven, waardoor er ruimte ontstond voor de sterk gegroeide Tsjechische elite en middenklasse om een woning in de binnenstad te bemachtigen. Dit waren nu precies de groeperingen die via de nieuwe tijdschriften en salons en de vele tentoonstellingen in de ban waren geraakt van de nieuwe mode: de ‘Style Secese’. Omdat er toen in relatief korte tijd zo ontzettend veel werd gebouwd, kan Praag er zich nu op beroemen een van de belangrijkste ‘art nouveau steden’ van Europa te zijn.

Het Obecní Dům

De ultieme uiting van dit nieuwe zelfvertrouwen moest het nieuwe Obecní Dům worden (gemeentehuis of gemeenschapshuis). Midden in de oude stad, gebouwd op de ruïnes van het oude koninklijke paleis, zou het Obecní Dům het uithangbord worden van het nieuwe Tsjechië. Kosten noch moeite werden gespaard. Niet alleen zouden er vergaderzalen en het kantoor van de burgemeester komen, daarnaast was er ook ruimte voor een concertzaal, cafés, restaurants en winkels. De architect Osvald Polívka had de beschikking over de meest getalenteerde kunstenaars en ambachtslieden van Tsjechië. En zeker niet de minste van hen was… Alfons Mucha.

Moe van het feit dat zijn stijl eindeloos gekopieerd werd en zijn gebrek aan artistieke vrijheid, was hij teruggekomen naar Praag om zich te wijden aan zijn grote ideaal: vrijheid voor het Tsjechische volk. Maar weer stond Praag niet te popelen. Men verweet Mucha zelfs een verrader te zijn: iemand die voor het grote geld naar Parijs was gegaan, zonder zich te bemoeien met de Tsjechen en hun moeizame emancipatie. Zelfs toen Mucha verklaarde de versiering van de Imperatorzaal (het kantoor van de burgemeester) zonder gage te doen, bleven sommige Tsjechen zijn motieven wantrouwen. Het moet voor Mucha een grote teleurstelling zijn geweest.

Of misschien toch niet? De Tsjechen die hij in 1881 verliet waren timide geweest, nauwelijks in staat een vuist te maken tegen hun overheersers. Wat een verschil met 1910. Een zelfbewuste groep Tsjechische opdrachtgevers en kunstenaars hadden hun stad verrijkt met enkele van de mooiste gebouwen uit de art nouveau. Een manifest in steen. De Tsjechen waren klaar voor de onafhankelijkheid.

Lees ook mijn reisverhaal Een wandeling door Praag met Alfons Mucha

Meer reisverhalen

SRC-reisleider Bart
Mucha's stijl werd zo populair dat wat later de art nouveau werd genoemd een tijdlang ‘Le style Mucha’ heette.