De uitvinding van Sacher
Franz Sacher werkte rond 1832 als leerling in de keuken van de Oostenrijkse politicus Klemens von Metternich. Hij kreeg de opdracht om een nieuwe taart te bedenken. Het verhaal gaat dat een compacte, wat drogere taart de voorkeur verdiende boven een schuimige, luchtiger taart. Een chocoladetaart was in die tijd al wel bekend, maar Sacher ontwierp een nieuwe sensatie: een chocoladetaart in combinatie met een abrikozenvulling en een dikke glazuurlaag van chocola er bovenop.
Het succesvolle recept leverde Sacher een nieuwe baan op in Boedapest. Maar hij keerde al na enige jaren terug naar Wenen, waar hij ging werken voor de hofleverancier Dehne. Later begon hij hier een eigen winkel. Christof Demel nam de zaak over van Dehne en maakte eveneens de geliefde Sachtertorte. Eduard Sacher, de zoon van Franz, opende in 1876 een restaurant achter de opera, het latere hotel Sacher. Vooral zijn vrouw Anna droeg bij aan het succes ervan.
Het succesvolle recept leverde Sacher een nieuwe baan op in Boedapest. Maar hij keerde al na enige jaren terug naar Wenen, waar hij ging werken voor de hofleverancier Dehne. Later begon hij hier een eigen winkel. Christof Demel nam de zaak over van Dehne en maakte eveneens de geliefde Sachtertorte. Eduard Sacher, de zoon van Franz, opende in 1876 een restaurant achter de opera, het latere hotel Sacher. Vooral zijn vrouw Anna droeg bij aan het succes ervan.