Als ik vertel dat ik van Oost-Europa houd, is de reactie er vaak een van ongeloof. ‘Oost-Europa? Die grijze boel? Waar mensen, gehuld in juten zakken zich chagrijnig een weg banen door metersdikke pakken sneeuw, zelfs als het juli is?’ Als ik dan ook nog vertel dat Riga een van m’n lievelingssteden is, beginnen sommigen serieus aan mijn geestelijke vermogens te twijfelen. ‘Riga? Waar is dat in hemelsnaam? En wat kan daar nou aan zijn?’ De clichés zijn hardnekkig in Nederland.
Ik kwam er voor het eerst in 1986, 35 jaar geleden, in een druilerige en koude oktoberweek. Toen nog de hoofdstad van de Letse Socialistische Sovjetrepubliek. Ik was erheen gereisd vanuit Helsinki met de enige veerboot die voer naar Tallinn, de 'Georg Ots'. En vanuit Tallinn met een binnenlandse Aeroflot-vlucht naar de eindbestemming Riga. Een belevenis op zich!