Architectonisch meesterwerk
Het Pantheon is een architectonisch meesterwerk. Boekenkasten vol beschrijven de bijzondere structuur van het bouwwerk, waarbij de koepel nog wel het meest tot de verbeelding spreekt: een halve cirkel met een diameter van 43,3 meter, vervaardigd uit in één geheel. Eeuwenlang zochten bouwmeesters naar de techniek achter de massieve constructie – het grote geheim: beton waarin licht vulkanisch puimsteen was verwerkt – en nog altijd is het de grootste koepel zonder gewapend beton ooit gemaakt. Pas ten tijde van de renaissance vonden briljante geesten als Brunelleschi (de Duomo in Florence) en Michelangelo (Sint Pieter) andere methoden voor het bouwen van de koepelconstructies waar de renaissance zo vermaard om is. En zelfs zij hebben uiteindelijk het Pantheon als inspiratiebron gebruikt. Saillant detail is dat de inscriptie impliceert dat het bouwwerk stamt uit de tijd van keizer Augustus, terwijl het in feite meer dan 100 jaar ouder is – een eerbetoon van keizer Hadrianus aan de oorspronkelijke opdrachtgever van een eerdere versie van het gebouw, welke door brand was verwoest.
Hoe bijzonder de techniek ook mag zijn, het valt in het niet bij het ontzagwekkende gevoel dat je overvalt als je de voormalige tempel met eigen ogen aanschouwt. Hoewel het Pantheon plunderingen heeft gekend (en dan vooral door de pausen, die het pand ontdeden van brons voor zowel kanonnen als Bernini’s baldakijn), is het bouwwerk zelf grotendeels intact. En is het duidelijk herkenbaar als een religieus gebouw uit andere tijden. Je waant je bijna een tijdreiziger als je je richting de originele bronzen deuren begeeft. Eenmaal binnen zorgt de oculus, het 8,7 meter brede gat in het plafond, voor een letterlijk hemelse verlichting van het interieur. Het is bijna onmogelijk om niet overdonderd te raken van dit prachtige schouwspel.
Hoe bijzonder de techniek ook mag zijn, het valt in het niet bij het ontzagwekkende gevoel dat je overvalt als je de voormalige tempel met eigen ogen aanschouwt. Hoewel het Pantheon plunderingen heeft gekend (en dan vooral door de pausen, die het pand ontdeden van brons voor zowel kanonnen als Bernini’s baldakijn), is het bouwwerk zelf grotendeels intact. En is het duidelijk herkenbaar als een religieus gebouw uit andere tijden. Je waant je bijna een tijdreiziger als je je richting de originele bronzen deuren begeeft. Eenmaal binnen zorgt de oculus, het 8,7 meter brede gat in het plafond, voor een letterlijk hemelse verlichting van het interieur. Het is bijna onmogelijk om niet overdonderd te raken van dit prachtige schouwspel.